Jaarrekening 2019

Algemeen

Inleiding

Programmaverantwoording 2019

Begroting

Begroting

Rekening

Afwijking

voor wijziging

na wijziging

saldo

in € (+=voordeel/-=nadeel)

Werk en inkomen

-5.752.769

-4.960.838

-4.835.366

125.472

Jeugd

-7.219.485

-6.797.680

-7.449.796

-652.116

Maatschappelijke ondersteuning

-8.320.777

-8.290.389

-8.137.875

152.514

Welzijn en educatie

-5.789.581

-5.914.695

-5.109.252

805.443

Omgeving

-2.665.514

-3.421.222

-2.409.445

1.011.777

Openbare orde en veiligheid

-1.598.048

-1.595.148

-1.580.207

14.941

Bestuur en algemene ondersteuning

24.537.757

24.198.728

23.828.326

-370.402

Onroerende zaakbelasting

7.515.963

7.400.963

7.488.421

87.458

Overige eigen middelen

-656.924

1.649.574

1.276.907

-372.667

Gerealiseerd resultaat

50.622

2.269.293

3.071.712

802.419

Bij hoofdstuk 4.1.1.13 is globaal aangegeven of de afwijkingen van incidentele of structurele aard zijn. Het precieze karakter van de afwijkingen is niet altijd even duidelijk aan te geven. Als uitgangspunt hanteren we: als een afwijking niet expliciet als incidenteel is aan te merken, dan beschouwen we het als structureel.
Het voordelige saldo van € 3.1 miljoen bestaat grofweg uit een incidenteel voordelig saldo van € 2.8 miljoen en een structureel voordelig saldo van € 0.3 miljoen.

Analyse van het rekeningresultaat 2019 in € (+=voordeel/-=nadeel)         

Programma 1 Werk en inkomen € 125.472
Het aantal cliënten die een beroep moeten doen op de IOAW-regeling (uitkering voor oudere werklozen) of gebruik moeten maken van de Participatiewet zijn in 2019 afgenomen. Ook is het aantal Wsw-ers (Wet sociale werkvoorziening) verder afgenomen. Eind 2019 zien we bij de Bijstand voor zelfstandigen(Bbz) dat er meer krediet wordt verstrekt dan begroot en dat de ontvangsten uit leenbijstand lager zijn dan geraamd. In het gemeentelijk minimabeleid zijn diverse leningen voor inrichtingskosten aan statushouders kwijtgescholden.         

Programma 2 Jeugd € -652.116
Het aantal meldingen bij het Sociaal Team voor 'individuele voorzieningen natura jeugd' is het afgelopen jaar toegenomen met 30%. Daarnaast is het declaratiegedrag van enkele aanbieders niet consequent. Aanbieders mogen 5 jaar naar dato hun declaratie bij de gemeente indienen. Bij de GGZ-zorg zien we in Beuningen dezelfde trend als in de rest van Nederland: de voorzieningen kennen een hoog aantal uren waardoor de declaraties zijn toegenomen. Bij de kosten voor Blok C1, C2 (bijvoorbeeld gezinshuizen en residentiële zorg) en Veilig Thuis zijn de kosten gestegen. Extra kosten worden grotendeels bepaald door 'jeugd met verblijf' (stijging +12%).   Onze gemeente wijkt niet degelijk af van het landelijke beeld van een toegenomen vraag bij de jeugd in vergelijking met voorgaande jaren. Wij blijven van mening dat de Beuningse aanpak met korte lijnen, netwerkwerkorganisaties van zorgverleners en de brede preventieve aanpak bijdraagt aan het in de hand houden van de kosten.      

De wettelijke eisen voor Peuteropvang zijn aangepast. In 2019 is ingezet op de kindcentra per schoollocatie (onderwijs en kinderopvang inclusief peuteropvang) en op het nieuwe peuteropvangbeleid. Voor 2019 was de "oude inkoopconstructie" nog van toepassing. In 2019 hebben wij extra middelen ontvangen voor de implementatie van de nieuwe wettelijke eisen voor de peuteropvang. Deze eisen zijn uitgewerkt in het nieuwe Beuningse peuteropvangbeleid die op 1 januari jl.          

Programma 3 Maatschappelijke ondersteuning € 152.514
Op de post 'maatwerkvoorziening natura immaterieel' is een nadeel ontstaan door stijging van de uitgaven voor begeleiding, toename van de cliëntaantallen en de dure trajecten. Bij 'hulp in het huishouden' is ook een grote stijging te zien van het aantal cliënten.                  
Voor de invoering van de nieuwe Wet inburgering is budget beschikbaar gesteld vanuit de algemene uitkering. De kosten voor de projectleider die hiervoor is aangesteld zijn nog niet door de gemeente Nijmegen doorbelast. Daarnaast zijn er minder uitgaven door verminderde toestroom van vluchtelingen.          

Programma 4 Welzijn en educatie € 805.443
De verwachte boekwinst van de verkoop van de oude Triangelschool hoog € 252.000 is geboekt op het product 'huisvesting onderwijs'. De verkoopopbrengst was uiteindelijk € 100.000 lager dan de eerder verwachte opbrengst.

Het Rijk heeft in 2019 een extra impuls gegeven aan de versterking van het beleid om onderwijsachterstanden bij peuters te voorkomen. Deze extra middelen lopen door tot en met 2022 en zijn verwerkt in de bestemmingsreserve 'budgetoverheveling'. In 2023 wordt deze regeling tussen gemeente en Rijk afgerekend (SiSa).         
Op het product bevordering sportdeelname is het beeld dat er minder is uitgegeven dan begroot. Dit komt door de eenmalige vrijval van buurtsportcoachmiddelen die het Rijk eerder beschikbaar heeft gesteld. Bij de introductie van deze regeling is een bedrag beschikbaar gesteld voor onderzoek en implementatie.

Op het product openbaar groen/park/plantsoen hebben we € 680.000 minder uitgegeven dan geraamd. Hiervoor zijn diverse verklaringen:         
Voor onderhoud groen was in 2019 in totaal € 379.000 beschikbaar inclusief het amendement Groen. In 2019 is gestart met de planvorming en voorbereiding en de uitvoering moet nog (deels) plaatsvinden. In 2019 is € 83.000 hiervan uitgegeven. De rest van de uitgaven vindt medio 2020 plaats. Het beschikbare budget is meegenomen in de bestemmingsreserve budgetoverheveling.  

Voor vervanging van groen was in 2019 € 328.000 beschikbaar inclusief onbenut budget 2018. In deze post zit ook begrepen de uitgestelde boomkap. Als gevolg van het aanhouden van de kapvergunningen zijn kapwerkzaamheden en nieuwe aanplant die waren voorzien voor 2019 uitgesteld.          

Met de Herfstnota 2019 is € 60.000 beschikbaar gesteld als voorbereiding voor het project groen Vording-2. In 2019 is € 53.000 nog niet besteed. We hebben dit opgenomen in de reserve budgetoverheveling.    

Programma 5 Omgeving € 1.011.777
Lagere opbrengsten voor o.a. textiel en plastic resulteren in een nadeel van € 217.000. De bijdrage aan de ODRN is hoger dan geraamd en de legeskosten vallen lager uit dan verwacht.

Voor asfaltonderhoud, elementenverharding en achterstallig onderhoud openbare verlichting is minder uitgegeven dan geraamd. Volgens de BBV-richtlijnen mogen we regulier wegenonderhoud niet ten laste brengen van het wegenfonds. Deze kosten lopen via de reguliere exploitatie. In 2019 zijn de onderhoudsprojecten (asfaltverharding en herstraten) niet geheel en/of goedkoper uitgevoerd. Daardoor is er minder uitgegeven dan voorzien. Het werk is dan wel deels doorgeschoven naar 2020, de budgetten mogen niet worden overgeheveld. Het voordeel is ten gunste van het rekeningresultaat 2019.         
Diverse eenmalige prioriteiten 'milieu' zijn nog niet uitgevoerd. Deze komen ten laste van de reserves. Tegenover dit voordeel staan dus lagere bijdrage reserves bij het programma overige eigen middelen.           

Voor de afwikkeling van de zandwinning Beuningse Plas zijn nog middelen beschikbaar voor onderzoek en advieskosten. De legesinkomsten van Boskalis zijn hieraan toegevoegd.          
Programma 6 Openbare orde en veiligheid € 14.941
In dit programma zijn geen afwijkingen van > € 25.000 en is alles volgens de begroting verlopen.

Programma 7 Bestuur en algemene ondersteuning € -370.402
Als gevolg van de lage rentestand is de rekenrente voor de pensioenen van wethouders verlaagd. Dit betekent een extra toevoeging aan de reserve pensioenen wethouders van
€ 862.000. De 'algemene uitkering' valt € 352.000 hoger uit dan geraamd. De salaristoerekening aan diverse onderdelen binnen dit programma is gestegen.    

De post 'onvoorzien algemeen' is niet aangewend en valt vrij. De post onvoorzien prijscompensatie (kosten derden) levert een voordeel op. Deze stelpost is niet functioneel toegerekend en valt nu dus vrij bij dit product.
Tevens is hier een product voor de stelpost accres (en cao-effecten) salarissen opgenomen. Gedurende het jaar is deze ingezet bij de begroting bedrijfsvoering. Het restant is € 196.000 en valt vrij ten gunste van de overige producten bedrijfsvoering.         

Programma 8 Onroerendezaakbelasting € 87.457
De begrote opbrengsten binnen dit programma zijn hoger dan geraamd, doordat de grondslag afwijkt van wat er oorspronkelijk was begroot, hertaxaties hebben plaatsgevonden en nieuwe woningen zijn opgeleverd.         

Programma 9 Overige eigen middelen € -372.667
Bij de post 'mutaties reserves' zijn de geboekte bijdragen uit de diverse reserves € 1.041.000 lager dan geraamd. Hier staan diverse incidentele voordelen uit de andere programma's tegenover (vooral uit programma 5 Omgeving). Er zijn meer inkomsten uit glasvezel, digischermen, toeristen- en forensenbelasting. De verlies-en winstrekening grondexploitatie sluit met een voordeel van € 351.000 als gevolg van de vrijval van een deel van de gevormde voorzieningen.

Gerealiseerd resultaat         € 3.071.712

In het programmaplan staan de mutaties in reserves per programma opgenomen. Ook bij de programma's in het jaarverslag worden deze afzonderlijk vermeld.
Alle mutaties met de reserves zijn van incidentele aard. De gemeente kent geen structurele mutaties met de reserves.

Overzicht van de mutaties in reserves per programma 2019

in € (+=baten/voordeel/-=lasten/nadeel)

Programma

Begroting voor wijziging

Begroting na wijziging

Werkelijk rekening saldo

Afwijking

Werk en Inkomen

38.500

10.858

-27.642

Jeugd

90.000

90.000

0

Welzijn en educatie

704.578

413.560

-291.018

Omgeving

12.176

987.380

476.955

-510.425

Bestuur en algemene ondersteuning

389.559

339.307

-50.252

Overige eigen middelen

-1.366.000

-1.099.061

-1.261.220

-162.159

Gerealiseerd resultaat

-1.353.824

1.110.956

69.461

-1.041.495