Beëindiging samenwerking college
Na de val van het college eind februari 2020, die bestond uit BN&M, CDA en VVD heeft Beuningen sinds 31 maart dit jaar een nieuw college, bestaande uit de partijen BN&M, D66, GroenLinks en PvdA
Als gevolg van het beëindigen van de samenwerking van de fracties BN&M, CDA en VVD is er een wachtgeldverplichting ontstaan voor twee wethouders. Het recht op een uitkering (ook wel wachtgeld genoemd) bestaat ongeacht de reden van aftreden, de niet-herbenoeming of ontslag van bijvoorbeeld wethouders of burgemeester, tenzij hij/zij de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. De omstandigheden, bijvoorbeeld vrijwillig of gedwongen aftreden, een politiek conflict, opzeggen van vertrouwen, doen niet ter zake.
In 2019 had de gemeente Beuningen tot aan het beëindigen van de politieke samenwerking van de hierboven genoemde partijen een wachtgeld verplichting voor één ex-wethouder. Na vaststelling van het nieuwe coalitieakkoord en installatie van nieuwe wethouders stijgt de wachtgeldverplichting voor 2020 tot en met 2022 met € 180.226 (2020 € 94.571, 2021 € 69.024, 2022 € 16.661). Hoe hoog dit bedrag precies uitvalt is afhankelijk van diverse factoren zoals bijvoorbeeld neveninkomsten en hoe snel een ex-bestuurder een nieuwe arbeidstrekking heeft. De ontvanger moet zolang hij/zij een uitkering ontvangt voldoen aan bepaalde verplichtingen en betrokkene heeft in beginsel een sollicitatieplicht.
Coronavirus
Op het moment van schrijven houdt het coronavirus de hele wereld in zijn greep. Het college en de medewerkers hebben veel contacten met inwoners, ondernemers, onderwijs en andere organisaties in de gemeente. Via de vraag “hoe gaat het met u?” halen we op wat er in de samenleving leeft. Het virus heeft een grote maatschappelijke impact en verlangt een grote inzet van onze organisatie. Wat dit allemaal voor ons gaat betekenen is nog niet duidelijk. Als gemeente hebben we extra taken erbij gekregen en dit brengt extra kosten en inkomstenderving met zich mee. Denk aan een speciale BBZ-regeling, doorbetaling aan zorgaanbieders in het sociaal domein, extra uitvoeringsdruk bij de GGD en Veiligheidsregio’s, maatregelen die nodig zijn om het maatschappelijk middenveld te ondersteunen en een toenemende vraag op de bijstand, bijzondere bijstand en schuldhulpverlening. De maatschappelijke en financiële effecten van deze inzet worden later dit jaar meer zichtbaar en worden met de tweede bestuursrapportage in beeld gebracht.