Doelen en financiën

De algemene uitkering is gebaseerd op het ‘samen trap op / trap af'-principe. Dit betekent dat bij een stijging van de rijksuitgaven de algemene uitkering toeneemt en dat een daling van de rijksuitgaven zorgt voor een afnamen van de algemene uitkering. Ten opzichte van de Herfstnota 2019 hebben de volgende wijzigingen plaatsgevonden:

2017 = € 46.000
2018 = € 7.000
2019 = € 352.000

- Decentralisatie-uitkering warmtetransitie, energieloket en wijkaanpak is in 2019 toegevoegd (€237.000). De nadruk bij deze middelen ligt op de ondersteuning van de decentrale overheden bij het realiseren van de Regionale Energie Strategieën (RES) en op de ondersteuning van gemeenten bij de Transitievisie  Warmte en beoogt dat alle gemeenten een goede start kunnen maken met de uitvoering van het Klimaatakkoord.  
- De uitkeringsfactor 2019 is met 11 punten afgenomen. Dit zorgt voor een afname van de algemene uitkering van € 234.000.
- In 2019 zijn diverse maatstaven aangepast, onder meer ouder met (langdurige) psychisch medicijngebruik. Dit heeft een positieve invloed van € 424.000. Aanpassing van overige maatstaven geven samen een nadeel van € 35.000.
- Kortingen Suppletie-uitkering IUSD (Integratie-Uitkering Sociaal Domein) en Integratie uitkering Sociaal Domen leveren een nadeel op van € 152.000.
- Nadelig resultaat aanpassing maatstaven WOZ-waarde woningen en niet-woningen van € 68.000.
- De ruimte onder het uitgavenplafond is over 2019 volledig ingezet. Dit betekent dat de opgenomen stelpost in 2019 kan vervallen. Dit levert een voordeel op van €180.000.

In bijlage 6.8 staat een overzicht van de ontvangsten uit het gemeentefonds per uitkeringsjaar gesplitst naar de drie onderdelen van het gemeentefonds.

Naast de ontvangst algemene uitkering 2019 van € 33.831.511 is in 2019 ook nog ontvangen over voorgaande jaren € 87.607. Totaal geeft dat een opbrengst van € 33.919.118.