Jaarrekening 2019

Jaarrekening

Overzicht baten en lasten

Hieronder is globaal aangegeven of de afwijkingen van incidentele of structurele aard zijn. Het precieze karakter van de afwijkingen is niet altijd duidelijk aan te geven. Als uitgangspunt hanteren we: als een afwijking niet expliciet als incidenteel is aan te merken, dan beschouwen we het als structureel.
Analyse van het rekeningresultaat 2019 in € (+=voordeel/-=nadeel)

Analyse van het rekeningresultaat 2019 (Afwijkingen)

in € (+=voordeel/-=nadeel)

Structureel

Incidenteel

Totaal

Programma Bestuur en algemene ondersteuning: resultaat begroting na de Herfstnota 2019

2.269.000

Programma 1 Werk en inkomen

125.000

Hogere verstrekkingen kredieten en lagere aflossingen inzake bijstandsbesluit Zelfstandigen 2004

-54.000

Lagere instroom in de IOAW en grotere doorstroom naar de AOW

42.000

Lagere toestroom in Regeling Participatiewet en hogere rijksbijdrage

146.000

Grotere uitstroom van mensen uit de Sociale werkvoorziening

34.000

Minimabeleid: het kwijtschelden van leningen voor met name inrichtingskosten aan statushouders

-52.000

Overige verschillen kleiner dan € 25.000,-

9.000

Programma 2 Jeugd

-652.000

De extra middelen voor Peuteropvang zijn niet gebruikt omdat de "oude inkoopconstructie " nog van toepassing was

72.000

Extra lasten door een toename van 30% van het aantal meldingen met daarbij meer multidisciplinaire overleggen. Er zijn zwaardere en duurdere trajecten voor de individuele voorzieningen Natura Jeugd

-276.000

Bij de "jeugd met verblijf is het aantal indicaties met 12% toegenomen, daarnaast zijn er tariefsverhogingen en na gekomen facturaties. Een afrekening over 2018 was € 24.000

-465.000

24.000

Overige verschillen kleiner dan € 25.000,-

-7.000

Programma 3 Maatschappelijke ondersteuning

152.000

Wet Inburgering: afname toestroom vluchtelingen

45.000

Doorontwikkeling WIZ-portaal

40.000

Het project Centering Parenting bij de GGD is niet uitgevoerd

40.000

Stijging aantal cliënten, stijging van kosten en duurdere begeleidingstrajecten

-70.000

Hogere eigen bijdrage door toename cliënten

37.000

Overige verschillen kleiner dan € 25.000,-

60.000

Programma 4 Welzijn en educatie

805.000

Lagere boekwinst dan geraamd bij verkoop van voormalige school de Triangel

-100.000

De extra rijksimpuls rijk voor de versterking onderwijsachterstandenbeleid bij peuters wordt in 2020 besteed. Dit voordeel wordt via de reserve budgetoverheveling doorgeschoven

162.000

Op het onderdeel openbaar groen resteert een voordelig verschil van € 680.000. Dit is grotendeels als incidenteel te beschouwen

Voorbereiding groen Vording-2. Restant wordt gestort in reserve budgetoverheveling

53.000

Vervanging groen. Dit betreft de budgetten voor 2018 en 2018. Dit voordeel loopt volledig via de reserve budgetoverheveling (deels 2018 € 139.000 en deels 2019 € 70.000) Kapvergunningen zijn in 2019 aangehouden en nieuwe aanplant is uitgesteld

209.000

Onderhoud groen. Een deel komt ten laste van het budget 2018 en loopt via de reserve budgetoverheveling

96.000

Onderhoud groen. Het budget 2019 voor het amendement groen is opgenomen in de reserve budgetoverheveling en beschikbaar voor 2020.

200.000

Eenmalige voordelen op de overige onderdelen van het groenbestek

36.000

Minder uitgaven eenmalige prioriteit monitoring openbare ruimte

31.000

Overige verschillen product openbaar groen

55.000

Lagere lasten bevordering sportdeelname (inzet laatste bedragen combinatiefuncties)

40.000

Overige verschillen kleiner dan € 25.000,-

23.000

Programma 5 Omgeving

1.012.000

Minder uitgaven voor uitgevoerd asfaltonderhoud en elementenverhardingen. Dit loopt niet meer via het wegenfonds

58.000

Lagere aanslag waterschapslasten BSR

41.000

Het geplande achterstallige onderhoud openbare verlichting wordt verder gerealiseerd in 2020. Deze kosten lopen via de bestemmingsreserve achterstallig onderhoud O.V.

543.000

De baggerwerkzaamheden zijn uitgelopen vanwege aanvullende PFAS-onderzoek. De resterende werkzaamheden worden uitgevoerd in 2020. Dit loopt via de reserve budgetoverheveling

268.000

Hogere lasten afvalinzameling en lagere vergoedingen voor gescheiden afvalinzameling. In principe moet de afvalinzameling kostendekkend zijn en de saldi lopen via de afvalreserve. Ze blijven normaliter buiten het rekeningsaldo en zijn dus als incidenteel aan te merken. Duidelijk is wel dat deze nadelen grotendeels van structurele aard zijn. Er komen vervolgvoorstellen bij de begroting 2021 omdat de afvalreserve inmiddels € 0 is. In 2019 is € 136.000 ten laste van het rekeningresultaat gebracht.

-217.000

Eenmalige prioriteiten voor geluidsonderzoek en milieubeleidsplan , alsmede uitgaven ten laste van de reserve duurzaam Beuningen zijn nog niet volledig besteed

130.000

Eenmalige prioriteit objectenregistratie (GEO-informatie). Oude prioriteit BGT nog niet volledig afgerond

53.000

Diverse eenmalige voordelen op verschillende onderdelen binnen het product bestemmingsplannen

59.000

Bijdrage aan ODRN

-85.000

Lagere legesopbrengsten omgevingsvergunningen. Onder andere door het overboeken van de leges Zandwinning BP

-62.000

Afwikkeling zandwinning Beuningse Plas , inclusief ontvangen leges van baggeraar

155.000

Overige verschillen kleiner dan € 25.000,-

69.000

Programma 6 Openbare orde en veiligheid

15.000

Overige verschillen kleiner dan € 25.000,-

15.000

Programma 7 Bestuur en algemene ondersteuning

-370.000

Hogere toevoeging aan de reserve pensioenen wethouders door herberekening wegens lagere rekenrente

-862.000

Ambtelijke ondersteuning; management en overige algemene, niet functioneel verantwoorde uren. Alle salariskosten inclusief de stelposten worden allemaal als incidenteel aangemerkt

-179.000

Hogere algemene uitkering, onder meer transitie warmte, energieloket en daarnaast bijdrage langdurig psychisch medicijngebruik

352.000

Hogere algemene uitkering voorgaande jaren

53.000

Hogere kapitaallasten (vooral enkele extra afschrijvingen)

-81.000

De werkelijke kosten voor de geraamde prijsstijgingen en salarisstijgingen zijn per programma verantwoord, in tegenstelling tot de geraamde stelposten

323.000

Stelpost onvoorzien, niet functioneel ingezet

75.000

Lagere (administratieve) doorberekening van overhead-kosten

61.000

Lagere advertentielasten / promotie. Deels loopt dit via een bestemmingsreserve

41.000

Lasten rechtsgedingen en juridische bijstand

-45.000

Burgerzaken

-34.000

Storting in de reserve dubieuze debiteuren

-159.000

Stelpost salarissen (inzet voor begroting bedrijfsvoering)

133.000

Overige verschillen kleiner dan € 25.000,-

-48.000

Programma 8 Onroerende zaakbelasting

88.000

De grondslag voor de OZB gebruikers is hoger dan begroot

88.000

Programma 9 Overige eigen middelen

-372.000

Hogere ontvangen bijdragen voor glasvezel en digischermen

55.000

Lagere uitgaven eenmalige middelen Kwaliteit Openbare Ruimte Centrum

26.000

Resultaat grondexploitatie, vooral vrijval voorzieningen

351.000

Hogere bedrag aan opgelegde aanslagen toeristenbelasting en forensenbelasting. Het betreft deels oude jaren en verder is voor deze aanslagen de voorziening dubieuze debiteuren verhoogd

195.000

Eenmalige prioriteiten energie zijn nog niet (helemaal) uitgevoerd, met dekking uit reserve

58.000

Lagere onttrekkingen aan reserves voor incidentele lasten op diverse programma's. De gemeente Beuningen heeft geen structurele mutaties met reserves

-1.041.000

Overige verschillen kleiner dan € 25.000,-

-16.000

Ramingen rekeningsaldo:

Structureel

Incidenteel

Totaal

Primair

50.000

50.000

3e wijziging: Afvalinzameling

27.000

27.000

4e wijziging: Herfstnota 2018

132.000

132.000

5e wijziging: Zomernota 2019

1.240.000

-261.000

979.000

7e wijziging: Herfstnota 2019

-578.000

1.659.000

1.081.000

Geraamd rekeningsaldo na wijzigingen

844.000

1.425.000

2.269.000

Totaal afwijkingen

-526.000

1.329.000

803.000

Werkelijk rekeningsaldo (globale inschatting naar incidenteel en structureel)

318.000

2.754.000

3.072.000